Vijf Nederlandstalige nummers die echt nergens op slaan

Nederpop Tekst Mus van het DakIn een ver verleden wees een vriend mij op het bestaan van ‘De Snijtafel’. Dit ludieke, inmiddels door de VPRO geproduceerde programma, begon als een webkanaal op Youtube en snijdt, zoals de naam al doet vermoeden, allerhande onderwerpen aan. Hoewel de thematieken van de huidige tafelaars een wat meer serieuze en politiek geëngageerde smaak afgeven, worden de afleveringen uit de begindagen gekenmerkt door hilariteit. Dat wil zeggen, voor taalnerds, zoals ik. Een van de reeksen die door de tafelheren (en -dames hier en daar) werd gepresenteerd, concentreerde zich op Nederlandstalige muziek. Ondanks mijn verreikende liefde voor ons moerstaal heeft dit muziekgenre mij nooit echt bekoord. Daarentegen moet ik erkennen dat er taaltechnisch veel vermakelijks gebeurt in de Nederpop-scene. Hieronder een overzicht van vijf Nederlandstalige liedteksten waar Van Dale zich voor omdraait in zijn graf. Mede mogelijk gemaakt door de rakkers van de Snijtafel (klik op de titels om hun bespreking van het betreffende nummer te bekijken op Youtube).

1. Bløf – Liefs uit Londen

Waar begint dit lied mee? Juist, met de regel: “Van de wereld weet ik niets.” Oké. Dat is best rottig, als je dus feitelijk in een sociaal isolement leeft. Maar gelukkig, na deze bewering gaat Paskal Jakobsen enige nuance doorvoeren op deze vrij absoluut geformuleerde stelling. Hij zegt namelijk in alle hieropvolgende regels bij elkaar dat hij van de wereld niets weet, behalve: wat hij hoort, ziet, leest, uit zijn reizen heeft opgedaan, uit boeken haalt, op televisie ziet, voelt én uit zijn atlas ‘droomt’. Verder weet hij echt niets hoor. Bovendien suggereert het lied dat ‘zij’ de wereld wel kent, want zij komt immers ‘overal’. Als je echter naar het reisschema en vooral -tempo van deze vrouwelijke onbekende kijkt: gisteren Lissabon, vandaag Praag, morgen Londen, tussendoor nog eventjes Madrid en Moskou aangedaan… dan kan je je afvragen in hoeverre zij nu zo’n wereldkenner is. Wellicht meer een gesjeesde stewardess.

2. Volumia – Hou me Vast

Nog los van de wanstaltige manier waarop de naam van deze ‘band’, very 90’s, eigenlijk geschreven werd als V@lumia!, gaat er qua taal ook/nog meer fout in de hitparadetopper ‘Hou me Vast’. Een opvallend pijnpunt in deze ‘shit-weer-alleen-op-Valentijnsdag-dan-maar-janken-met-Xander’-poëzie, zit in de verstoorde relatie tussen feitelijkheden en gevoeligheden. Zo stelt ons hese stoppelbaardje: “Niemand weet waarom geluk soms wegwaait.” Iets wat wegwaait is doorgaans fysiek waarneembaar, ook als dit ‘soms’ gebeurt. Nu weet ik niet precies hoe Xander wegwaaiend geluk voor zich ziet, maar wellicht heeft hij zoiets waargenomen in de ogen van Wendy van Dijk toen hij haar een dag voor hun huwelijk bedroog. Dat was echter jaren na deze knuffelrock-klassieker. Xander leeft overigens sowieso in een zeer ondeskundige leefwereld in zijn ‘Hou me vast’. Het lijkt er namelijk op dat de ‘waarom’-vraag en het uitblijven van een (feitelijk) antwoord hierop centraal staan in dit universum. Deze onwetendheid wordt door Xander overigens op zeer dominante wijze in stand gehouden in de bridge van dit nummer: “Vraag me niets, zeg me niets […] praat niet met me.” Want ja: “Woorden schieten toch tekort, als ik mijn hart bij jou uitstort.” Hij mag dus wel zijn hart uitstorten, doorgaans doe je dat pratend, maar haar woorden zullen tekort schieten en dus moet zij haar mond houden? Ja! Want na deze frase herhaalt zich weer het: “Praat niet met me”. Wellicht had Wendy toch het een en ander kunnen zien aankomen.

3. De Poema’s – Zij Maakt het Verschil

Dit bekende nummer begint met een opsomming van wat ‘zij’ allemaal niet is. En dat dan uiteraard Nederpop-poëtisch omschreven. In het kort wat deze metaforiek werkelijk zegt over ‘zij’.  Wat is zij namelijk allemaal niet:

“Geen bron in de woestijn als je kapotgaat van de dorst” – ze is niet behulpzaam.
“Niet de glimlach op je allerslechtste grap” – ze heeft niet jouw humor.
“Geen hitrefrein dat van de steigers klinkt” – ze is niet populair.

“Niet de allerduurste wijn die je zonder kater drinkt” – ze is niet chique.
“Geen bloementuin in bloei” – ze is oud.
“Geen uitgestoken hand” – ze is dus écht niet behulpzaam.
“Geen goed gesprek waar geen hond op zit te wachten” – je kan niet met haar kletsen.
“Geen stok om mee te slaan” – …uh, wat?
“Niet het zuiverste geweten” – ze heeft een strafblad.
“Geen slap excuus voor wat ik graag had willen zijn” – Je wilt sowieso toch eigenlijk niet dat jouw vrouw een ‘slap excuus is’, maar goed, dat is ze dus ook niet.

Dus wat is ze dan nog wel? Dat wordt ook niet helemaal duidelijk als het crescendo naar het refrein aantrekt, want: ze maakt het verschil. Ze is dus niet een verschil, maar ze maakt het. Tussen allemaal dingen. Waarop ook weer evenredig veel aan te merken valt. Het opvallendst is toch wel dat in de coupletten behoorlijk uitgebreid gepoogd wordt om deze onbekende mevrouw te de-idealiseren, ze is immers een hoop niet, maar in het refrein wordt vervolgens wel weer gezegd dat ‘ze’ het verschil maakt “tussen nooit iets aan de hand en van alles te beleven”. Ze is dus verre van ideaal, maar ze maakt het verschil tussen niets en alles. En dat is eigenlijk alles wat ze doet.

4. Het Goede Doel – Vriendschap

In het licht van de actuele #Metoo-discussie, is het misschien wel goed om direct de eerste zin van dit lijzige lied onder de loep te nemen: “Als kind had ik een vriend waarmee ik alles deed”. Correct zou zijn: met wie. ‘Waarmee’ suggereert namelijk dat je al jouw zieke jeugdfetisjismes botvierde op je speelkameraadje. Dit is waarschijnlijk niet de bedoeling van Henkie Westbroek geweest, alhoewel in de hieropvolgende zin wel duidelijk wordt wie in zijn vriendschapsvisie de broek draagt: “Als ik in ’t water sprong, dook hij erachteraan. Een mooiere vriendschap kon er in mijn ogen niet bestaan.” Het is dus raadzaam om Henk zonder morren te volgen in zijn doen en laten als je zijn vriend wilt worden. Enfin, het liedverhaal gaat verder, de jeugdvriend verhuist, stuurt kleine Henk nog één enkele kaart en dan, reeds op jonge leeftijd trekt Henk de conclusie: vriendschap is een illusie. Schrijnend.

Henk wordt echter groter en krijgt op een gegeven moment: “Een vriendin waarmee ik alles deed.” #Metoo. Gelukkig biedt zij hem ook troost: “Als ik begon te janken, kwam ze naast me staan.” Dat was ‘m, geen schouderklop, geen arm om je heen (‘Hou me Vast’) niet eens een ‘Kop op, Henk’, neen, ze komt naast hem staan. Blijkbaar totaal verbitterd door zijn eerdere mislukte jeugdvriendschap, concludeert Henk hierdoor al: “Een mooiere vriendschap kon er in mijn ogen niet bestaan.” Ook dit loopt in de soep, zijn vriendin vergeet ‘spontaan’ zijn naam – ik zou toch even controleren op niet aangeboren hersenletsel – en vervolgens trekt Henk voor de tweede keer ‘één keer de conclusie’ dat vriendschap een illusie is. Net als de wederopstanding van zijn carrière in de politiek.

5. Abel – Onderweg

Het leuke van dit nummer is dan wel weer dat het begin van de video-clip van het nummer ook lijkt te corresponderen met waar het nummer over lijkt te gaan: onderweg zijn. De in een zachte-g lispelende zanger dwaalt op stations en perrons terwijl hij verdrietig zingt over “huilende straten”, “vluchtende wolken” en mensen die naar hem kijken (help!). Hij stapt in een bus, zit in een trein, is kortweg: onderweg – maar waarheen?-. De pijn van zijn liefdesverdriet, “je zit nog veel te diep in mij” (#Metoo) doet hem blijkbaar vergeten dat zijn vriendin, net als Henks scharrel uit ‘Vriendschap’, mentaal nogal in de war lijkt te zijn. Terwijl ze ‘door zijn haren ging’ zei ze, zo citeert de zanger zelf: “Je kent m’n stem niet, wie ik ben is wat je nu ziet, wil je dansen met illusies? In gedachten ben je verder dan het heden, wil je terug naar je verleden? Zegt je dat iets?” Nou… nee. Even heel snel het Pieter Baan Centrum bellen nu. De mentale aftakeling lijkt zich echter nu ook te hebben ingezet bij de zanger. In een, met krachtig Leslie-orgel versterkt bridge-gedeelte zingt hij: “Ik loop de straat in [tot hier gaat het goed], maar het zal me nooit verwarmen [geen reeële verwachting van een straat dat dit wel zou gebeuren], omdat het mij niet kan omarmen [hoe zag je dat voor je dan?], wie zou mij zien [aan het begin van het liedje wilde je helemaal niet gezien worden!]. Dit gaat de psychotische kant op. Gelukkig komt hij tijdig bij zinnen (binnen het liedje nog!), erkent hij “dat het zo beter is misschien”, droogt hij zijn laatste krokodillentraantjes en verlangt nog eenmaal naar het kittige zusje van Katja Schuurman.